Bijzondere collecties NEHA
Nijverheidsstatistiek Struve en Bekaar
Signatuur Bijzondere Collecties 375
Periode 1887-1889
Omvang 0,30 m. FOLIO
Verwerving Aanwinst 1967 na onderzoek in 1961 door H.J. Scheffer bij de Centrale Arbeidsinspectie te 's-Gravenhage
Systematische indeling I. Economisch denken en verslaggeving; Statistiek
In de Bijzondere collecties van het NEHA bevindt zich een kopie van de Nijverheidsstatistiek van Struve en Bekaar (Zeven groot formaat mappen met statistieken per provincie.) Het origineel bevindt zich in het Nationaal Archief te 's-Gravenhage.
Georg Reudink heeft de gegevens uit deze enquete in 1994/1995 in een database ondergebracht. De gegevens uit deze database zijn per provincie als Excel datafile beschikbaar.
Datafiles
- Groningen [146 Kb]
- Friesland [122 Kb]
- Drenthe [34 Kb]
- Overijssel [191 Kb]
- Gelderland [245 Kb]
- Utrecht [106 Kb]
- Noord-Holland [421 Kb]
- Zuid-Holland [592 Kb]
- Zeeland [67 Kb]
- Noord Brabant [241 Kb]
Op aandrang van de Tweede Kamer werd in 1887 besloten tot een landelijk onderzoek naar fabrieken en werkplaatsen. De organisatie van deze nijverheidsstatistiek kwam in handen van de ingenieurs H.W.E. Struve en A.A. Bekaar. Het onderzoek strekte zich uit over heel Nederland, behoudens Tilburg en Limburg waarover al in 1887 door een enquetecommissie uit de Tweede Kamer uitgebreid verslag was gedaan. In totaal werden van 3043 fabrieken gegevens bijeengebracht over de aard van het bedrijf, personeelsbezetting, mechanisering, arbeidsomstandigheden, veiligheids- en gezondheidsrisico's alsmede sociale maatregelen betreffende verzekeringen en huisvesting. De nijverheidsstatistiek van Struve en Bekaar was het eerste volledige onderzoek naar de Nederlandse industrie waarbij gegevens systematisch werden verzameld en gecontroleerd. De conclusies van het onderzoek werden per provincie schematisch in registers verwerkt. De bedrijven werden ingedeeld in zestien groepen.
A. Inleiding door H.W.E. Struve
Bij Koninklijk Besluit van 20 februari 1888 No. 2 werd de ondergetekende, toenmalig ingenieur van het stoomwezen te Amsterdam, en de heer Bekaar, ingenieur van den waterstaat te Maastricht, met ingang van 1 maart 1888 belast met het verzamelen van gegevens voor een nijverheidsstatistiek. Door Zijne Excellentie den minister van waterstaat, handel en nijverheid werd bepaald dat de gegevens zooveel mogelijk door persoonlijk onderzoek moesten worden verzameld van die fabrieken en werkplaatsen waarvan hun de opgaven gewenscht voorkwam, bij voorkeur echter van die waar in een besloten ruimte meer dan 10 personen werkzaam waren en van die waar een krachtwerktuig werd gebezigd. Aangezien van de nijverheidsinrichtingen in Limburg en in de gemeente Tilburg zulke statistieke gegevens waren verzameld, werden deze uitgesloten. Tengevolge van deze lastgeving bezochten de heer Bekaar en de ondergetekende gezamenlijk al de daarvoor in aanmerking komende fabrieken en werkplaatsen te Leiden. De heer Bekaar bezocht vervolgens de eenige fabrieken enz. in Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en een gedeelte van Utrecht, terwijl de ondergetekende de fabrieken en werkplaatsen bezocht in de provincien Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Holland en dat gedeelte van Utrecht dat niet was afgedaan.
In het begin van 1890 was het bezoek der fabrieken nagenoeg geeindigd. In het geheel werden 3053 inrichtingen bezocht. [De database bevat in feite gegevens over 3043 fabrieken - GR]. Bij Koninklijk Besluit van 23 januari 1890 Art. Nr. 20 werd de heer Bekaar met ingang van 1 februari en de ondergetekende met ingang den 1e maart ontheven van de hun opgedragen taak. Het bezoek der fabrieken en werkplaatsen stuitte op geenerlei bezwaar; op zeer groote uitzondering na werden overal de gevraagde inlichtingen gereedelijk verstrekt. Eenige der gegevens werden echter verstrekt onder geheimhouding en de strikte bepaling dat hiervan geen ander dan een ambtelijk gebruik mocht worden gemaakt. Moeilijk was het soms in de groote steden juiste opgaven te verkrijgen van de fabrieken en werkplaatsen, die voor het bezoek in aanmerking kwamen.
Voorts moet nog opgemerkt worden dat naderhand met de bepaling, om bij voorkeur te bezoeken bedrijven waar in besloten ruimte wordt gewerkt, de bedrijven die in de open lucht worden uitgeoefend, zoals steek-, pannen- en de bouwbedrijven enz., slechts voor een klein gedeelte zijn bezocht; dat in de bouwbedrijven bij timmerlieden, metselaars, schilders enz. veelal geen 10 personen vereist in de werkplaatsen werkzaam en van deze bedrijven dus maar weinigen bezocht zijn; dat inzonderheid in de groote steden, bij gebrek aan juiste opgaven, wellicht eenige inrichtingen die in de termen vielen niet zijn bezocht en dat de gegevene in de loop van 2 jaren zijn verzameld.
Haarlem, november 1893.
De inspecteur van den arbeid in de 3e arbeidsinspectie [w.g.] H.W.E. Struve.
B. Toelichting bij de database/files
Met de samenstelling van de nijverheidsstatistiek hebben Struve en Bekaar een overzicht willen geven van alle fabrieken die per provincie in de verschillende bedrijfsgroepen werkzaam waren. In eerste instantie lijkt de centrale waarnemingseenheid in de tabel dus de fabriek te zijn. Een fabriek kan echter uit verschillende fabrieksafdelingen bestaan; bijvoorbeeld een metaalfabriek met als afdelingen een ijzergieterij, een smederij en een constructiewerkplaats. In de database wordt iedere fabrieksafdeling apart beschreven. De waarnemingseenheid is dus niet de fabriek maar de fabrieksafdeling.
Aantal records: 3154
Update: 10/07/95
Verklaring kolommen
- Nijverheidsgroep: volgens de indeling van Struve en Bekaar, vergelijkbaar met de indeling beroepstelling 1889
- Aardewerk, diamant, glas, kalk, steen, enz.
- Boek- en steendrukkerijen
- Bouwbedrijven
- Chemische nijverheid, meststoffen, enz.
- Hout-, kurk-, stroobewerking
- Kleding en reiniging
- Kunstnijverheid
- Leder, wasdoek, caoutchouc
- Winnen van metalen, zout, turf, enz.
- Bewerking van metalen
- Papier, enz.
- Scheepsbouw, voertuigen enz.
- Stoom- en andere werktuigen
- Textielnijverheid
- Verlichting, olie, vernis, enz.
- Voedings- en genotmiddelen
- Volgnummer: volgnummer van de fabriek, toegekend door Struve en Bekaar
- Gemeente: volgens opgave en in de spelling van Struve en Bekaar
- Plaats: kan identiek zijn aan gemeente
- Adres: indien opgegeven. Meerdere adressen zijn mogelijk. Waar een adres niet goed leesbaar was, is dit vervangen door een sterretje [*] of een vraagteken [?]
- Naam: naam van het bedrijf. Kan identiek zijn aan die van de eigenaar. De aanduiding Naamloze Vennootschap is afgekort tot NV
- Eigenaar: namen van eigenaren en/of directeuren. Indien identiek aan de naam van het bedrijf niet opnieuw vermeld. Waar onleesbaar vervangen door [*] of [?]
- Aantal afdelingen: per fabriek, waarover Struve en Bekaar afzonderlijk opgave gedaan hebben. Is meestal 1, wat dan inhoudt dat de gegevens op de fabriek als geheel betrekking hebben
- Bijzonderheden: door Struve en Bekaar bij ieder bedrijf vermeld worden. De behandelde onderwerpen zijn weergegeven als codeletters
Betekenis der gebruikte codes (indeling volgens Struve en Bekaar):- Werkzaamheden die in de regel door vrouwen, meisjes en kinderen worden verricht
- Lucht en luchtverversing
- Privaten en urinoirs
- Schadelijke invloeden voor de gezondheid
- Gevaar bij brand
- Veiligheid van de werktuigen
- Maatregelen en reglementen, in het belang van gezondheid en veiligheid
- Uitvoerbaarheid van maatregelen, in het belang van gezondheid en veiligheid
- Ondersteuning, verzekering en maatregelen van eerste hulp bij ongevallen
- Verschaffing van woningen en onderwijs door de werkgever
- Zieken- en pensioenfondsen
- Subnr.: volgnummer van de fabrieksafdeling. Toegevoegd bij de bewerking
- Aard activiteiten: omschrijving van de fabrieksactiviteit door Struve en Bekaar
- SBI: bedrijfsgroep volgens de Standaard-Bedrijfsindeling van 1974 van het Centraal Bureau voor de Statistiek, weergegeven als een numerieke code. Toegevoegd bij de bewerking.
Met name de volgende fabrieksactiviteiten zouden ook anders geïnterpreteerd kunnen worden: - cichoreifabriek (SBI-code 213)
- ruwmolen (SBI-code 215)
- schorsmolen (SBI-code 251)
- kijaniseerinrichting (SBI-code 252)
- kammenfabriek (SBI-code 255)
- schrijfpapierfabriek (SBI-code 262)
- galvanoplastiek- en sterotype inrichting (SBI-code 271)
- turfstrooiselfabriek (SBI-code 282)
- briquettenfabriek (SBI-code 282)
- verfhoutmolen (SBI-code 295)
- ketelbekledingstoffabriek (SBI-code 349)
- herstelplaats voor werktuigen (SBI-code 359)
- fabriek van diamantslijpersgereedschappen (SBI-code 391)
- bedveerenreiniging (SBI-code 983).
13-24 Werklieden - Aantal mannelijke werklieden van 18 jaar en ouder
- Aantal jongens van 16 tot 18 jaar
- Aantal jongens van 14 tot 16 jaar
- Aantal jongens van 13 tot 14 jaar
- Aantal jongens van 12 tot 13 jaar
- Aantal gehuwde vrouwen van 18 jaar en ouder
- Aantal ongehuwde vrouwen van 18 jaar en ouder
- Aantal meisjes van 16 tot 18 jaar
- Aantal meisjes van 14 tot 16 jaar
- Aantal meisjes van 13 tot 14 jaar
- Aantal meisjes van 12 tot 13 jaar
- Totaal aantal werklieden
- Scheiding: scheiding op de werkplek van mannelijke en vrouwelijke werklieden, volgens opgave van Struve en Bekaar
- Ploegendienst: voorkomende ploegendiensten (zoals opgegeven onder werktijden)
27-44. Werktijden: - Aanvangsuur van de standaardwerktijd. Soms kende een fabriek verschillende werktijden voor bijv. verschillende groepen werklieden, voor mannen en vrouwen, voor kinderen en volwassenen, of bij dubbele ploegen. In zulke gevallen zijn de meest gebruikelijke dan wel de eerstvermelde tijden overgenomen, met een verwijzing in de kolom 'Opmerkingen'. Waar werktijden varieerden, zijn gemiddelden genomen. Alle tijden zijn genoteerd in uren en delen van uren (6.25 betekent dus kwart over zes, en niet vijf voor half zeven)
- Einde van de standaardwerktijd. Zie onder kolom 27
- Aanvangsuur van de zomerwerktijd. Zie onder kolom 27
- Einde van de zomerwerktijd. Zie onder kolom 27
- Aanvangsuur van de winterwerktijd. Zie onder kolom 27
- Einde van de winterwerktijd. Zie onder kolom 27
- Standaardrusttijd 's ochtends. Zie onder kolom 27
- Standaardrusttijd 's middags. Zie onder kolom 27
- Standaardrusttijd 's namiddags. Zie onder kolom 27
- Zomerrusttijd 's ochtends. Zie onder kolom 27
- Zomerrusttijd 's middags. Zie onder kolom 27
- Zomerrusttijd 's namiddags. Zie onder kolom 27
- Winterrusttijd 's ochtends. Zie onder kolom 27
- Winterrusttijd 's middags. Zie onder kolom 27
- Winterrusttijd 's namiddags. Zie onder kolom 27
- Standaardwerktijd. Zie onder kolom 27
- Zomerwerktijd. Zie onder kolom 27
- Winterwerktijd. Zie onder kolom 27
- Overwerk: voorkomend overwerk
- Nachtwerk: voorkomend nachtwerk
- Zondagswerk: voorkomend zondagswerk
- Krachtwerktuigen: aantal krachtwerktuigen
- Vermogen: gezamenlijk vermogen der krachtwerktuigen (in PK)
- Andrijving: aard van de aandrijving (bijv. stoom of gas)
- Stoomketels: aantal stoomketels
- Verwarmd opp: verwarmd oppervlak
- Ligging: ligging der gebouwen
- Verdiepingen: aantal verdiepingen. Begane grond en kelder zijn hierbij inbegrepen, een bordes niet. Waar werkzaamheden in meerdere gebouwen verricht werden, is het hoogste aantal overgenomen
- Daglicht: kwaliteit van het daglicht
- Kunstlicht: aard van het kunstlicht (bijv. olie of electrisch)
- Hygiene: zindelijkheid van de gebouwen
- Verwarming: aard van de verwarming (bijv. kachels of stoombuizen)
- Opmerkingen: opmerkingen die door Struve en Bekaar toegevoegd zijn. De tekst van deze noten is niet overgenomen, opgenomen is slechts bij welke gegevens zij geplaatst zijn
- Fondsen: ondersteuning bij ziekte
- Betekenis der gebruikte codes:
- C. Vermelding van de contributie
- F. Deelname of uitkering is facultatief
- U. Vermelding van de uitkering
- V. Deelname is verplicht
- Betekenis der gebruikte codes:
- Aard fondsen: aard van de ondersteuning
C. Verschillen tussen tellingen in bron en datafiles
Prov Nijver Onderwerp telling eigen heids Struve telling groep N-H 1 verwarmd opp 3047,5 3049,5 N-H 2 werklieden 2380 2379 N-H 2 mannen 1660 1659 N-H 2 jongens 14-16 289 291 N-H 2 jongens 13-14 154 151 N-H 2 ongehuwde vrouwen 20 21 N-H 2 vermogen 281,5 281,7 N-H 6 jongens 16-18 20 21 N-H 6 jongens 14-16 14 15 N-H 6 vermogen 214,2 214 N-H 6 verwarmd opp 583 579,5 N-H 8 verwarmd opp 151 153 N-H 10 jongens 13-14 20 21 N-H 10 jongens 12-13 3 2 N-H 12 werklieden 3335 3485 N-H 12 mannen 3101 3251 N-H 14 werklieden 1632 1631 N-H 14 mannen 89 88 N-H 15 aantal fabrieken 32 30 N-H 15 werklieden 1333 1268 N-H 15 mannen > 18 1091 1046 N-H 15 jongens 16-18 29 26 N-H 15 jongens 14-16 13 12 N-H 15 jongens 13-14 7 6 N-H 15 meisjes 14-16 26 18 N-H 15 meisjes 12-13 13 6 N-H 15 krachtwerktuigen 50 57 N-H 15 vermogen 681 565 N-H 15 stoomketels 53 49 N-H 15 verwarmd opp 2174,9 1707 N-H 16 jongens 16-18 321 320 N-H 16 jongens 15-16 326 327 N-H 16 gehuwde vrouwen 73 72 N-H 16 ongehuwde vrouwen 477 488 N-H 16 vermogen 3587,8 3588,8 Z-H 1 vermogen 385 383 Z-H 3 stoomketels 3 4 Z-H 4 jongens 16-18 21 22 Z-H 4 jongens 14-16 29 28 Z-H 5 verwarmd opp 1559,5 1562,5 Z-H 6 werklieden 1379 1377 Z-H 6 meisjes 14-16 83 81 Z-H 10 werklieden 2539 2549 Z-H 19 mannen 2170 2180 Z-H 10 jongens 14-16 146 145 Z-H 10 jongens 13-14 57 58 Z-H 10 aantal krachtwerkt. 47 44 Z-H 12 aantal stoomketels 22 23 Z-H 13 vermogen 584 587 Z-H 13 verwarmd opp 1219,5 1234,5 Z-H 15 krachtwerktuigen 108 109 Z-H 15 stoomketels 76 74 Z-H 15 verwarmd opp 3065,5 3053 Z-H 16 werklieden 7297 7298 Z-H 16 mannen 5313 5314 Z-H 16 jongens 16-18 388 391 Z-H 16 jongens 14-16 537 532 Z-H 16 jongens 13-14 213 215 Utr 1 mannen 454 455 Utr 1 gehuwde vrouwen 75 74 Utr 16 jongens 16-18 108 111 Utr 16 verwarmd opp 781,5 741,5
De verschillen in provincie Noord-Holland bij bedrijfsgroep Verlichting, olie, vernis, enz. zijn vermoedelijk veroorzaakt doordat Struve bij overname van zijn oorspronkelijke notities twee olieslagerijen te Wormer overgeslagen heeft.