Vanaf de oprichting in 1914 is de doelstelling van het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (NEHA) in essentie onveranderd, namelijk het verzamelen, bewaren en bewerken van bronnen die van belang zijn voor de beoefening van de economische geschiedenis in de breedste zin van het woord. Het NEHA wil daarmee en daarvoor een infrastructuur bieden door middel van de volgende activiteiten:
1. Het behouden, uitbreiden, ontsluiten en ter beschikking stellen van de verzamelde collecties voor onderzoek, tentoonstelling en andere doeleinden;
2. Het (al dan niet in opdracht) verrichten van economisch-historisch onderzoek;
3. Het scheppen van mogelijkheden tot publicatie van resultaten van economisch-historisch onderzoek en/of andere (digitale) informatie die voor de economische geschiedenis relevant is;
4. Het bevorderen van (debat over) de economische en bedrijfsgeschiedenis door het organiseren van bijeenkomsten voor begunstigers van het NEHA en andere belangstellenden in de economische geschiedenis.
Wie in de gemeenschappelijke catalogus van het NEHA/IISG https://search.iisg.amsterdam/ “NEHA” intikt, kan zien dat het bij de economisch-historische collecties gaat om:
- ruim 900 archieven
- 93.000 boeken en brochures
- 8.000 periodieken, waarvan
- 5.000 jaarverslagen van met name Nederlandse ondernemingen
Het NEHA is bovendien eigenaar van circa 250 bedrijfsarchieven die als bruikleen in beheer zijn gegeven bij openbare archiefinstellingen verspreid over heel Nederland. Hier vindt u een overzicht van bedrijfsarchieven die in de jaren 1970 door het NEHA in bruikleen zijn gegeven aan diverse openbare archiefbewaarplaatsen
In het verleden had het NEHA een apart archief-depot gevestigd in Den Haag en een aparte bibliotheek, de Economisch-Historisch Bibliotheek (EHB) in Amsterdam. Sinds de inhuizing bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in 1989 zijn alle collectie-onderdelen (behoudens de bruiklenen) onder een dak gebracht.
Het bestuur van stichting NEHA en het bestuur van het Unger-Van Brero Fonds bestaan uit dezelfde personen, omdat beide instellingen de coördinatie en wederzijdse versterking van activiteiten met betrekking tot de economische geschiedenis nastreven.
De stichtingen – ieder met eigen doelstellingen en middelen – zijn statutair verder geheel onafhankelijk van elkaar.